Thursday, May 22, 2014

Inleiding

Beste leerlingen,

Deze blog heeft als doel jullie op een handige manier wegwijs te maken in de hiërarchie der rechtsnormen. 
Misschien eerst, als inleiding, een filmpje over België. Ook de staatsstructuur komt er al in aan bod.




Meer specifiek dient deze blog om jullie de basisnoties bij te brengen over de hiërarchie der rechtsnormen. Maar wat betekent deze term eigenlijk?

HIËRARCHIE DER RECHTSNORMEN
Een inwoner van België is onderworpen aan verschillende categorieën van rechtsregels. Niet alleen de normen van de Belgische federale overheid zijn op hem van toepassing, maar ook normen uitgevaardigd door de deelstaat, de provincie en de gemeente waarin hij woont. Bovendien is België lid van verscheidene internationale en supranationale organisaties zoals de Verenigde Naties, de Europese Unie, de Raad van Europa en de NAVO. De regelgeving van deze organisaties is eveneens toepasselijk op de Belgische overheid en burgers.

Niet alle regelgevers hebben een strikt afgebakend bevoegdheidsdomein en niet alle normen hebben een gelijke rechtskracht, zodat conflicten tussen regels kunnen ontstaan. Vandaar dat er een hiërarchie van de rechtsnormen is opgesteld, waarbij het principe geldt dat lagere rechtsnormen nooit in strijd mogen zijn met hogere rechtsnormen.

Wat Belgisch intern recht betreft, is de Grondwet (G.W.) de opperste norm. Het arrest van het Hof van Cassatie van 27 mei 1971 heeft alle internationale en supranationale regelgeving hiërarchisch boven alle interne recht geplaatst, dus ook boven de Grondwet. Indien bijvoorbeeld een Europese Verordening bepalingen bevat die strijdig zijn met de Belgische Grondwet, krijgt de Verordening voorrang.

Onder de Grondwet staan drie categorieën van normen: de wetgevende normen, de uitvoerende normen en de pseudo-wetgeving, waarbij de wetgevende normen primeren op de uitvoerende normen. De pseudo-wetgeving, die vooral uit omzendbrieven bestaat, is enkel verbindend voor overheden, niet voor burgers.


De interne wetgevende en hoogste uitvoerende normen zijn in België terug te vinden op twee nevengeschikte niveaus: het federale (voorheen nationale) en het deelstatelijke (de gemeenschappen en de gewesten). Beide niveaus zijn soeverein ten opzichte van elkaar. De federale wetgevende normen worden wetten genoemd, de wetgevende normen van de drie Gemeenschappen – de Vlaamse, de Franse en de Duitstalige - en van het Vlaamse en het Waalse Gewest heten decreten. De wetgevende normen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest hebben de benaming ordonnanties gekregen. De uitvoerende normen van de wetten zijn koninklijke of ministeriële besluiten, de uitvoerende normen van decreten en ordonnanties zijn regerings- of ministeriële besluiten.
België kent nog andere territoriale onderverdelingen dan de gemeenschappen en de gewesten. De belangrijkste zijn de provincies en de gemeenten. Deze zijn niet soeverein. Hun regelgeving betreft verordeningen en besluiten en heeft geen kracht van wet (zie art. 159 G.W.).


In de andere tabbladen van deze blog vinden jullie specifiekere informatie. Neem deze informatie grondig door en maak vervolgens de verwerkingsopdracht in het voorlaatste tabblad. We bespreken deze opdracht in de les klassikaal.

Ik hoop dat jullie hiermee veel bijleren. Veel surfplezier!

Uw toegewijde leerkracht